Er zijn een aantal goede redenen om aan vruchtwisseling te doen

  1. Voorkomen van ziekten (onderscheid tussen grondgebondenheid en niet grondgebondenheid van gewasbelagers)
  2. eenzijdige onttrekkingen (van voedingselementen) minimaliseren
  3. verschil in worteldieptes van de diverse gewassen en groenbemesters
  4. financiële risicospreiding
  5. spreiding van arbeidspieken

Extensievere vormen van vruchtwisseling (dat zijn vruchtwisselingen met een groter aandeel aan [bloeiende] maaivruchten) hebben daarnaast de volgende potentiële voordelen er nog bij:

  1. betere bewerkbaarheid van de grond en behoud van goede structuur
  2. grotere bijdrage aan Organische Stof-opbouw
  3. grotere bijdrage aan biodiversiteit
  4. makkelijkere inpassing van gewassen met N-binding mogelijk maken

Dat heeft in het geval van de Akker van de Toekomst ertoe geleid dat we een 8-jarige vruchtwisseling hebben gepland.

Opvallend kenmerk daarin is het relatief hoge aandeel van rooivruchten; nl 75%. Daar passen een aantal opmerkingen bij:

  • De rooivruchten tulpen en pootaardappel (zeker in de gekozen strategie van vervroeging van het gewas) worden erg vroeg in het seizoen en vaak onder goede/ reletief droge omstandigheden gerooid
  • De oogstmethodiek bij aardappel, uien en rode biet is erop gebaseerd dat het teeltbed onbereden blijft! Bij de gewassen tulp wordt slechts één smal spoor in het midden van het bed toegelaten welke meteen na de oogst wordt losgewoeld waarna een groenbemester lange tijd krijgt om de structuur te helpen verbeteren. Alleen bij de teelt van peen lopen we het risico dat er behoorlijke schade wordt toegebracht aan de structuur van de grond. Er is mechanisatie uitgedacht die ook dat kan minimaliseren maar daar is in het verband van dit project te weinig geld voor.

De vruchtopvolging grasklaver na pootaardappel is gekozen met het oog op een aantal aspecten:

  • De makkelijkste manier om evt. aardappelopslag te bestrijden
  • Een zeer vroege voorvrucht waardoor de klaver een prima kans heeft een volwaardige ontwikkeling door te maken voordat de winter komt
  • Tevens vanwege die vroege start een maximale productie van het gewas en vastlegging van N door de klaver.

Ook is met opzet gekozen voor de vruchtopvolging peen na uien aangezien daar goede ervaringen mee zijn tav de gewasgezondheid van de peen; er zijn veel aanwijzingen dat uien blijkbaar stoffen in de grond achterlaten waar de peen goed op gedijt.

De vruchtwisseling laat een maximale kans om de bodem voortdurend begroeid te laten; bij vrijwel elk gewas volgt meteen een groenbemester of een nieuw hoofdgewas (zoals bij tulp na rode biet).

Er is één duidelijke risicopunt aan te stippen en dat is de opvolging aardappel na peen. De reden daaromtrent is dat de oogstomstandigheden bij de peen slecht kunnen zijn, waardoor de grond enigszins verreden wordt. In technische zin en door timing zijn dat risico en de gevolgen te verminderen maar helemaal uitsluiten kan in de praktijk bij zo`n gewas niet.